0 Ons Camers 2e 2012






Terug naar index

Ons Camers và Rhetorike

Contactadres en verantwoordelijke uitgever: Verbond van de Kamers van Rhetorica vzw.

Emiel Francois
Louis Callebautstraat 50
B 9320 Nieuwerkerken,
e-mailadres : emiel.francois@skynet.be
website : www.rederijkers.org
25 ste jaargang nr 2 april - mei - juni 2012

In dit nummer...

Woordje van de voorzitter

Woordje van de voorzitter

Beste Rederijkers uit de Lage Landen,

Via een afzonderlijke uitnodiging en de verschillende nieuwsbrieven werden jullie op de hoogte gebracht van het komend congres in Breda. Wij hebben in dit nummer het volledige programma nogmaals opgenomen .
Er zal zoals tijdens het congres te Aalst opnieuw een vereniging als Kamer worden ingesteld.
Wij zijn ervan overtuigd dat deze jonge vereniging alles in het werk gesteld heeft om de opdracht : er een schitterend congres van te maken, naar behoren heeft ingevuld.
Wij kijken er dan ook naar uit om onze talrijke vrienden uit Noord en Zuid in Breda te mogen begroeten.
De factor van de Bredase Kamer heeft twee bijdragen geleverd:
Breda en het verslag van zijn bezoek in het Noorden aan Iovivat.

Op de algemene vergadering tijdens het congres is er de verkiezing voor de hernieuwing van een deel van de Raad van Bestuur.
Wij hopen kandidaturen te mogen ontvangen , en dan vooral vanuit de regio’s die minder sterk vertegenwoordigd zijn.

Tenslotte wensen wij jullie aandacht te trekken op de publicatie van een boek over de Geraardsbergse Kamer St. Pieter Vreugd & Deugd.
Want een van de taken van de Rederijkerij is opzoekingswerk over de geschiedenis van de Kamer. Een taak die deel uit maakt van het bewaren van ons cultureel patrimonium.

Met genegen rederijkersgroeten,
Emiel François
Voorzitter

29e Internationaal Rederijkerscongres te Breda

op 9 en 10 juni 2012

Programma:

Zaterdag 09-06-2012
12.00-13.00 Ontvangst in Golden Tulip Hotel Keyser, Breda
13.30 Algemene Vergadering
13.30 Breda’s Museum met Turfschip expositie / Bezoek Grote Kerk Begijnhofmuseum / Lokaal 01, Nederlands-Vlaamse ruimte voor actuele kunst
15.30-16.30 Stadswandeling met gids
16.30-17.00 Beiaardconcert met het Klokkenluiders Gilde bij de O.L.V.- of Grote Kerk
17.30-20.00 Diner in Hotel Keyser
20.30-21.30 Concert van Cappella Breda o.l.v. Daan Manneke, met muziek van Hollandse en Vlaamse meesters in de Waalse Kerk
22.00 Verbroedering op de Grote Markt

Zondag 10-06-2012

09.30-10.00 Ontvangst op het Kasteel
10.10- 12.15 Academische Zitting in het Kasteel, Koninklijke Militaire Academie
Opening door de Gouverneur van de KMA
Welkomstwoord door de Keizer van de Bredase Rederijkers
Installatie van de Kamer door de Hoofdkamer Moyses Bosch
Investituur van de heer Peter van der Velden,
Burgemeester van Breda , als Prince van
Rederijkerskamer “Het Turfschip van Adriaen van Bergen”
Lezing door Prof. Dr. Marita Mathijsen:
“De verguisde eeuw”
Muzikale bijdrage door de mezzo-sopraan Lucie Hillen met begeleiding van de pianist Kelvin Grout
Uitreiking van de ‘Bulle’ aan de Brusselse rederijkerskamers
Aankondiging met de ‘Caerte’ door ‘Trou moet blijcken’, Haarlem
12.15-14.00 Receptie aangeboden door de stad Breda, aansluitend de lunch
14.15-16.15 Rederijkersjuweel met als thema:
“Troje, Turfschip en Taal”
Een festival rond taal in al haar uitingsvormen
16.15-16.20 Uitreiking van prijzen aan winnaars
16.30 Afsluiting door Emiel François ,Verbondsvoorzitter


Deelnamekosten
Model 1 Deelname zaterdag en zondag € 95,00
Model 2 Deelname alleen zaterdag € 60,00
Model 3 Deelname alleen zondag € 60,00
In de prijs begrepen zijn een diner op zaterdag en een lunch op zondag inclusief drankjes; een passe-partouts voor museumbezoek en rondleiding door de stad; Concert van Cappella Breda en een Beiaardconcert met het klokkenluidersgilde.

Kosten van consumpties tijdens het rederijkersjuweel zijn niet inbegrepen.
Inschrijving via de website www.rederijkers.org of
het Permanent secretariaat: L.Callebautstraat 17 9320 Nieuwerkerken (B), wilfried.lissens@skynet.be dan wel via e-mail bvh@vanhalem.nl

Betaling door overschrijving op de Verbondsrekening
IBANnummer: BE41 2930 3224 8010 BIC: GEBABEBB
De betaling op rekening geldt als effectieve inschrijving
Betaling voor 10 mei 2012 !!

Elk deelnemer ontvangt als bevestiging voor de inschrijving en betaling:
  • Een stadsplan met aanduiding van de locaties die bezocht worden
  • Informatie over de musea en de stadswandeling

NB: Omdat het zondagprogramma geheel plaatsvindt op het terrein van de Koninklijke Militaire Academie is het absoluut noodzakelijk om een geldig legitimatiebewijs bij U te hebben !

Contactgegevens:

Bauke van Halem(+31) 0653963091 bvh@vanhalem.nl
Frans Rookmaaker(+31) 0628344437 rookmaaker@hetnet.nl
Nicole Gits (+32) 0473/744733 wilfried.lissens@skynet.be

Grote Kerk Kasteel

Breda

Breda, Nassaustad, Parel van het Zuiden,
't Haagje van het Zuiden, maar ook Beste Binnenstad van Nederland !

Breda is een Nassaustad : het is zelfs de grootste Nassau-stad die er ooit is geweest en een van de twee Nederlandse steden die deze titel mogen voeren( naast Leeuwarden). Breda heeft heel veel van de Nassaus ; de Nassaus hebben ervoor gezorgd dat Breda zich heeft ontwikkeld tot een grote en belangrijke stad. De Nassaus hebben tussen 1401 en 1566 de aanzet gegeven voor de welvaart van Breda.
Nog steeds is er veel in Breda te vinden dat aan de Nassaus doet herinneren.

Bouw grote toren.

De eerste steen voor de huidige Grote Toren werd gelegd in 1468. De oude toren zou in januari 1457 zijn ingestort. Archeologische opgravingen hebben aangetoond dat men maximaal gebruik maakte van vrijgekomen bouwmaterialen en dat zelfs puin opnieuw werd verwerkt. Als er in 1457 iets met de toren gebeurd is ,zal het zich vermoedelijk hebben beperkt tot een brokstuk dat onvoorzien losschoot en niet de hele toren in één keer naar beneden is gekomen . In 1503 werden de eerste klokken gegoten. In 1507 was het metselwerk voltooid en in 1509 werden het kruis en de haan op de torenspits geplaatst.

Grote of O.L.V. kerk

De geschiedenis van de Grote Kerk is zo veel omvattend, dat een kort verslag nauwelijks mogelijk is. De bouw van de huidige kerk is in 1410 begonnen, maar ook daarvoor was er al sprake van een stenen kerk.
Na een restauratie in de 19de eeuw en enkele kleinere in de loop van de 20ste eeuw werd de laatste echt grote restauratie afgesloten in 1998.

Het kasteel van Breda

1462 Het kasteel van Jan IV
In de eerste helft van de 15de eeuw verbleven de Nassaus op het kasteel van de Polanens . Jan IV van Nassau vond dat dit middeleeuws kasteel niet meer aan de eisen van de moderne tijd voldeed en liet aan de zuidoostzijde van het complex een nieuwe sierlijke laatgotische vleugel bouwen. Het bezat bakstenen trapgevels met speklagen van natuursteen en een traptoren. Dit gedeelte leek sterk op het nog steeds bestaande Markiezenhof in Bergen op Zoom. Een gedeelte van het zware middeleeuwse kasteel van Polanens bleef voorlopig staan. Om het kasteel liet Jan IV een zeer moderne omwalling aanleggen. Het buskruit was al uitgevonden en sommige steden en belangrijke heren legden reeds verdedigingswerken aan die hierop waren berekend.

1536 Het paleis van Hendrik III

Graaf Hendrik III van Nassau had een vooraanstaande positie aan het Bourgondische hof. Hij was direct betrokken bij de kroning van Karel V tot keizer in 1530. Tijdens zijn werk voor de keizer kwam hij in Zuid-Europa in aanraking met de renaissance architectuur en raakte daardoor geïnspireerd. In de jaren dertig van de zestiende eeuw liet Hendrik van Nassau het kasteel van Breda verbouwen tot een toonaangevend renaissance paleis naar Zuid-Europees voorbeeld. Hiervoor stelde hij de kunstenaar-architect Tommaso Vincidor da Bologna aan, een leerling Van Rafael. Het ontwerp van het paleis was gebaseerd op twee binnenhoven, waarvan er slechts één werd gerealiseerd. Bij de komst van de Koninklijke Militaire Academie in 1828 werd het paleis vrijwel geheel ontdaan van haar renaissance uiterlijk.

Waalse kerk/Wendelinuskapel

Omstreeks 1440. Johanna van Polanen sticht kerk en klooster. Uit een oorkonde uit 1440 blijkt dat Johanna de bedoeling had een man- nenklooster te stichten. Haar zoon Jan IV heeft dit zeer kostbare plan echter teruggebracht tot een devotiekapel. Johanna van Polanen overleed op 15 mei 1445 en op 9 september 1446 liet Jan van Nassau de Wendelinuskapel inwijden.
Bij archeologisch onderzoek bleek, tot ieders verrassing, dat er bij de kapel ook een klooster was gebouwd.
Er kwamen twee dichtgemetselde kloostergangbogen tevoorschijn met fraaie afgeronde bakstenen profielen, zoals deze ook voorkwamen in de vensters van de kapel. Het is onduidelijk of dit klooster ook daadwerkelijk werd voltooid. De heilige Wendelinus ligt begraven in het plaatsje, naar hem Sankt Wendel genoemd, in het Duitse Saarland. De verering van deze heilige is met de Nassaus naar Breda gekomen.

Grote Markt

Door velen omschreven als de gezelligste markt van Nederland. Restaurants en café’s aan alle zijden van de markt, waar het binnen en buiten goed toeven is. En direct aangrenzend een gezellig winkelgebied, waardoor Breda het predicaat “Beste Binnenstad van Nederland” verwierf.

B.v.H.

Waalse Kerk Grote Markt

IOVIVAT speelt “ Halverwege Troje ”

We waren het carnaval ontvlucht en kregen de kans om in Garnwerd (ten noorden van Groningen) bij IOVIVAT een voorstelling mee te maken
Voor het eerst werd de voorstelling gegeven in de mooie oude kerk van Garnwerd. In de kerk werden we op een zeer humoristische wijze ontvangen door drie dames in knalblauwe pakken met zilverkleurige carnavalspruiken op. In de voorstelling vervulden ze de rol van Koor 1, 2 en 3 in het bewerkte klassieke stuk “Iphigineia in Aulis”. De door Ben Smit geschreven en geregisseerde knappe bewerking kreeg de naam “Halverwege Troje”. Het werd een humoristisch en soms ernstig spektakel dat uitsteeg boven een klassiek toneelstuk. Smit en zijn theaterbende gebruikte zowat alle muzische elementen en alles in de kleine kerkruimte dat beschikbaar was. Het middenpad, de viering, de banken, de preekstoel, het orgelbalkon, een aantal slim geconstrueerde podia boven op de banken en zelfs een schommel die aan één van de traversen was bevestigd, vormden samen een podium waar menig theater jaloers op zou zijn. Er werd gebruik gemaakt van zang, instrumentale muziek, beeldprojectie en zelfs was Agamemnon, vertolkt door Henk van der Leest, op enig moment doende met een iPad. De rol van Iphigineia werd op zeer overtuigende wijze vertolkt door Hesther le Grand. Een speciaal compliment voor de keuze van de kleding, met name de kleding van de goden onder aanvoering van Geert Jan Herder die een afstandelijke Zeus neerzette. Knap, hoe in een betrekkelijk kleine ruimte een groot stuk met 21 spelers kon worden opgevoerd voor een volgepakte tribune die een plaats had gekregen in het koor van de kerk. Het was een feest om dit mee te maken voor een toegangsprijs die zelfs het dubbele waard geweest zou zijn.

Bauke van Halem
Factor R.K. “Het Turfschip van Adriaen van Bergen” Breda.

De Geschiedenis van de Rederijkerij

(deel 58)

In dit deel bekijken we onder meer de algemene opstand in de Nederlanden en de calvinistische republieken waaronder die te Gent
Een algemene opstand
Het succes van de algemene opstand is aanvankelijk groot. Don Juan ziet zich verplicht zijn troepen, na enkele schermutselingen, terug te trekken. Nieuwe pogingen om te onderhandelen met de Staten- Generaal mislukken. Net zoals in het Noorden, zijn ook Oranje en zijn aanhangers in het Zuiden aan de winnende hand. De intrede van Oranje in Brussel op 24 september 1577 wordt een echte triomftocht. Overal waar de politieke radicalisering zich voltrekt, treft men opnieuw verschijningsvormen van de revolutie en hervorming aan. Revolutie, omdat anderen uit de gegoede burgerij en adel dan de meer traditionele patriciërs van vroeger, de bovenhand krijgen in bestuur en Statenvergaderingen, en geestesverwanten naast zich benoemd zien. Revolutie, omdat bij de ommekeer vaak volkslopen ontstaan en onder de burgerij bestaande gilden zoals ambachtsgilden, schutterijen en rederijkerskamers, hun invloed doen gelden en waardoor de besturen van de steden of gewesten onder druk gezet kunnen worden. Op deze politieke en militaire revolutie, volgt ook een nieuwe golf van hervorming. Teruggekeerde of opnieuw opduikende calvinisten maken er overal gebruik van, om voor de eigen 'ware kerk', vrijheid van eredienst te bekomen en, als die eenmaal bereikt is, de 'valse' Roomse Kerk uit te hollen en te vernietigen. Dat deze uitoefening van invloed door het volk of een deel ervan, een zekere vorm van democratie betekent, is men zich op dat ogenblik wel degelijk bewust, maar men beroept zich daarbij meestal uitdrukkelijk op traditie en gewoonten. De hervormingen doen volksinvloeden uit het verleden herleven en dit vooral in het Noorden.
In Vlaanderen en Brabant, die in economisch opzicht veel moderner en gedifferentieerder zijn, stuit deze felle radicalisering, revolutie en hervorming eerder op sterk verzet. Hier speelt immers ook een vorm van 'klassenstrijd' een belangrijke rol. Sommige edelen en patriciërs kiezen namelijk de kant van de radicalen. Anderzijds is een grote meerderheid van het volk en de boeren eerder onverschillig en later zelfs afkerig van hen. In sommige steden blijft het bestuur echter democratisch van samenstelling en organisatie. De reacties van de gematigden, die zich vanaf het begin door een revolutionaire volksbeweging en calvinistische hervorming bedreigd voelen, is in het Zuiden heviger en blijvender dan in het Noorden. Opnieuw slaat op die manier een algemene opstand om in een burgeroorlog. De twijfelaars zullen hierdoor uiteenvallen, omdat ze een keuze moeten maken tussen een opstand onder protestantse hegemonie of een terugkeer naar gehoorzaamheid aan landvoogd en landvorst.


Een calvinistische republiek te Gent
De Nederlanden kunnen zich nog steeds écht verenigen. De oude tradities van stedelijke onafhankelijkheid steken weer de kop op, waarbij Gent natuurlijk alweer voorop staat.
Na de 'Pacificatie' komen trouwens de ware bedoelingen van de Gentse calvinisten al snel aan het licht. In Gent zullen de ontwikkelingen tamelijk hevig zijn. Gent, de altijd zo lastige en eigengereide stad. Op 15 oktober 1577 verleent de Staten-Generaal het herstel van recht en privileges die indertijd in 1540 bij de laatste bestraffing van de stad door Karel V, door hem waren afgenomen. Door de 'Pacificatie van Gent' is bovendien het licht op groen gezet voor de terugkeer naar onze contreien van allerlei politieke en religieuze oproerkraaiers geleid door de West-Vlaamse predikant Pieter Datheen. Gent leeft in die eerste dagen dan ook in een soort euforie.
Het lef van de calvinisten wordt groter en groter. Ze zijn er zelfs van overtuigd dat de eenrichtingspacificatie van 1576 de rooms- katholieke positie heeft uitgehold. In Gent zijn ze zelfs zo zelfverzekerd dat er, met het stilzwijgend akkoord van Willem van Oranje, op 25 oktober 1577 een machtsgreep plaatsheeft, waarbij Frans van Kethulle, heer van Ryhove (1531-1585), en de patriciër Jan van Hembyze, allebei vurige aanhangers van Willem van Oranje, leidende rollen vervullen. Extreme calvinisten richten er een theocratie op volgens het model van Genève.
Hoge edelen en geestelijken (met onder meer de bisschoppen van Brugge en Ieper), die naar Gent zijn gekomen om een vergadering van de Staten van Vlaanderen bij te wonen, worden door hen schaamteloos aangehouden en gevangen gezet. Aarschot, de in de stad verblijvende en pas benoemde stadhouder van Vlaanderen en vooraanstaande leden uit zijn gevolg worden eveneens gevangengezet. Het volk in de stad wordt bewapend en onder bevel van Ryhove gesteld. Naar Brussels voorbeeld wordt een comité van XVIII gekozen, verantwoordelijk voor het bestuur van de stad. Enkele maanden later zal Gent een echt revolutionair centrum voor heel Vlaanderen worden, dat ook de verspreiding van de Hervorming bewerkstelligt. De macht van de XVIII ontwikkelt er zich zelfs tot een hervormde dictatuur, die met de oude kerk wil afrekenen.

(vervolgt)
Jan Rooms

Vlaamse toneelwedstrijden

op het eind van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw

( Deel 19 )

Freddy Van Besien

In deze reeks artikels die een periode van 50 jaar overspannen, behandelden we 69 wedstrijden. We begonnen de reeks met een wedstrijd georganiseerd in Frans-Vlaanderen, met name in Belle (het huidige Bailleul), in het jaar 1769, de eerste bekende toneelwedstrijd van de achttiende eeuw. We eindigden te Brussel in 1828.

Het organiseren van een toneelwedstrijd, die meestal verscheidene weken duurde, vergde een stabiele politieke situatie. Dat was tijdens de laatste decennia van de achttiende en de eerste decennia van de negentiende eeuw zeker niet altijd het geval en we zien dan ook dat in een aantal periodes geen wedstrijden werden gehouden: van 1777 tot 1782 (eind van de regering van Maria Theresia en opvolging door Jozef II), van 1790 tot 1797 (Franse bezetting), 1809 tot 1815 (laatste jaren van de Franse tijd).

Als we kijken naar de plaatsen waar de wedstrijden werden georganiseerd, dan merken we een duidelijk overwicht van de huidige provincies Oost- en West-Vlaanderen, gevolgd door Frans- Vlaanderen. De kamers die het meeste wedstrijden organiseerden, waren De Kruisbroeders uit Kortrijk en De Fonteine uit Gent. Deze beide kamers wonnen ook zelf het grootste aantal wedstrijden.

Het aantal deelnemende kamers aan een wedstrijd bedroeg gemiddeld 10; tijdens de wedstrijd van Tielt in 1787 werd het grootste aantal deelnemers genoteerd, met name 24. Deze wedstrijd duurde dan ook niet minder dan vijf maanden: van 9 april tot 26 augustus.

Wat het repertoire betreft, zien we dat gedurende de gehele hier behandelde periode een ernstig toneelwerk werd gespeeld, gevolgd door een nastuk, dat ofwel een blijspel ofwel een zangspel kon zijn. Het nastuk mocht steeds vrij worden gekozen, maar het ernstige stuk was tot 1808 bijna altijd opgelegd. Later werd ook hier de vrije keus gelaten. De opgelegde toneelwerken behoorden bijna steeds tot het Franse repertoire en de geliefkoosde auteurs waren in de eerste plaats Voltaire (met stukken zoals “Alzire”, “Olympia”, “Mérope”, “Mahomet”, “Amélia”, “Zaire”, “De dood van Julius Cesar”), gevolgd door Racine, Corneille, Le Mière, de Belloy en anderen. In een beperkt aantal gevallen werd een stuk van een Nederlandstalig auteur opgelegd: J.F. Cammaert (Roeselare 1772, Zomergem 1773), J.C. de Lannoy (Poperinge 1782), C. vander Eecke (Oudenaarde 1784), De Witte (Dendermonde 1790) en P.J. Kasteleyn (Middelburg 1797). Het opgelegde stuk werd vaak speciaal voor de wedstrijd in druk gegeven.

Op het ogenblik dat de keuze van het toneelstuk vrij werd, vanaf ca 1808, merken we een duidelijke voorkeur voor de stukken van de Duitse succesauteur August von Kotzebue.

Het vertolken van vrouwenrollen door actrices blijkt in de achttiende eeuw nog niet evident te zijn. Tijdens de wedstrijd te Kortrijk in 1770 werd met verbazing genoteerd dat de kamer uit Moorsele de vrouwenrollen door actrices liet spelen. Meestal werden vrouwenrollen vertolkt door (jonge) mannen. Slechts enkele gezelschappen, in de grotere steden, beschikten over actrices. Tijdens de wedstrijd te Geraardsbergen in 1801werd in het reglement gestipuleerd dat vrouwenrollen wel door actrices mochten worden vertolkt, maar dat dit niet betekende dat de jury om die reden de prestatie van de kamer hoger zou inschatten dan die van de kamers waar de vrouwenrollen door mannen werden vertolkt. Vanaf de negentiende eeuw zien we geleidelijk meer actrices aantreden. Zo wonnen tijdens de wedstrijd te Aalst in 1808 vier kamers een individuele prijs voor de beste actrice van hun gezelschap.
De reis van de kamer naar de plaats waar de wedstrijd werd gehouden, gebeurde met karren en koetsen, getrokken door paarden. Uit de weinige informatie die over deze reizen beschikbaar is, kunnen we afleiden dat de gezelschappen op de dag van hun voorstelling arriveerden, daar na afloop overnachtten en de volgende dag de terugreis aanvatten. Soms nam de reis meer tijd in beslag. Zo vertrokken de Royaerts op 28 september 1787 uit Sint-Winoksbergen naar Oudenaarde, ze overnachtten diezelfde avond in Menen en kwamen de volgende dag aan te Oudenaarde. Daar logeerden ze en gaven de avond nadien hun voorstelling.

Meestal werd een prijs uitgeloofd voor de mooiste intrede. De deelnemende kamers deden dan ook vaak grote inspanningen om zich op opvallende wijze naar de plaats van de wedstrijd te begeven. We bezitten een relaas over de intrede van de Royaerts uit Sint- Winoksbergen in Oudenaarde in 1787, alsook over de intrede van de Persetreders Fonteynisten uit Hondschote bij hun deelname aan de wedstrijd te Roesbrugge in 1804 en over de intrede van de Fonteine uit Gent te Lokeren in 1789.

De deelnemende groepen hadden door hun manier van reizen een beperkte laadcapaciteit. Daarom was in het reglement voorzien dat alle benodigdheden door de organiserende kamer ter beschikking werden gesteld: decor, kostuums, attributen, en zelfs figuranten. Ook toen de keuze van de stukken vrij werd gelaten, stelde men zoveel mogelijk benodigdheden ter beschikking.

De prijzen waren aanvankelijk collectieve prijzen voor de beste voorstelling, zowel voor het toneelstuk als voor het nastuk, en ook voor de mooiste intrede. Vaak werd ook een prijs toegekend aan de verst afgelegene deelnemer. Weldra werden ook individuele prijzen uitgeloofd aan de acteurs (en actrices) die de beste vertolking gaven van elk van de rollen. De prijzen bestonden aanvankelijk uit zilveren siervoorwerpen (bekers, kandelaars, koffiekannen, borden, enz.), maar reeds vanaf 1776 (Geraardsbergen) werden medailles uitgereikt. De individuele prijzen waren steeds medailles.

De prijsuitreiking, waarop alle deelnemende groepen waren uitgenodigd, kende verschillende vormen: vaak werd door de organiserende kamer een voorstelling gegeven, of voerde de bekroonde kamer nogmaals haar stuk op. De meest merkwaardige formule, echter, was het “stuk van eer”: de acteurs die het best elke rol hadden vertolkt, en dus per definitie elk tot een andere kamer behoorden, speelden samen nogmaals het stuk. Dit kon alleen maar in het geval van een opgelegd stuk. Ter gelegenheid van de prijsuitreiking werden ook dichtwerken voorgedragen en/of lezingen gehouden. In bepaalde gevallen werden de teksten hiervan in druk gegeven. Na afloop van de plechtigheid werd er erewijn gedronken en vaak volgde nog een bal.

Niet zelden werden de winnaars van een wedstrijd in hun thuisgemeente als helden ingehaald. We beschikken over getuigenissen van de inhaling van de kamer van Wakken na hun prestatie te Oudenaarde (1784) en hun overwinning te Gent (1785) en van de Gentse Fonteine na hun overwinning te Lokeren (1789).

Tot slot nog dit: van bepaalde wedstrijden is de beschikbare informatie verre van volledig. Wellicht zijn er kamers die documentatie bezitten die tot dusver niet raadpleegbaar was en die aanvullende gegevens zouden kunnen verstrekken. Uiteraard zijn deze aanvullingen meer dan welkom.



In de tabel hieronder volgt een overzicht van de behandelde toneelwedstrijden.
<?
art. jaar plaats Organiserende
kamer
opgelegd stuk aantal
deelnemers
winnaar
1 1769 Belle Jong van Zinnen Mithridates (J. Racine) 13 Sint-Winoksbergen (Royaerts)
11770KortrijkFonteinistenAlzire (Voltaire)9Zottegem
11772BelleGeldzendersPolyeucte(P. Corneille)?Kortrijk (Kruis-broeders)
21772RoeselareZeegbaer HertenMaria Stuart(J.F. Cammaert)14?
21773Zomergem?David zegepralende op Goliath(J.F. Cammaert)8?
21774BelleJong van ZinnenCinna (P. Corneille)14Kortrijk (Kruisbroeders)
21775KortrijkKruisbroedersOlympia (Voltaire)12Steenvoorde (Onrust in Genoechten)
31776GeraardsbergenThaboristenZelmire (D. de Belloy)11Sint-Niklaas (De Goudbloem)
31776GeraardsbergenSint-AdriaenMérope (Voltaire)13?
31777Sint-NiklaasDe GoudbloemCaliste (C.P. Colardeau)12Lier (Jenette-bloem)
41782PoperingeLanghoirs VictorinnenCleopatra (Voltaire/ J.C. de Lannoy)18Kortrijk (Kruis-broeders)
41783KortrijkKruisbroedersMahomet (Voltaire)10?
41784OudenaardeJan de ManBellerophon (C. vander Eecke)14Roeselare (Konstliefde)
51785GentDe FonteineDe weduwe van Malabar (A.M. Le Mierre)8Wakken
61786Sint-WinoksbergenRoyaertsTancrède (Voltaire/Servois)12Kortrijk (Kruis-broeders)
61786ZomergemDe Oeffeninge leertAmelia (Voltaire)8?
61786MenenWy zwieren door 's Heilig Geests BestierenPyrrhus (Crébillion)9Kortrijk (Kruis-broeders)
71787TieltHet RoosjenZaïre (Voltaire)24Veurne (Vrije Liefhebbers)
71787OudenaardeJan de ManDe dood van Julius Cesar (Voltaire)18Sint-Winoksbergen (Royaerts)
81788HoogledeOlijfboom???
81788GeraardsbergenThaboristen???
81788KortrijkKruisbroedersvrij??
81788ZottegemRhetorica die bloeyt, daer Liefd en Eendragt groeytDemophontes(P. Metastasio)13?
81789RoeselareZeegbare HertenPedro de Wreede, Koning van Kastiliën (D. de Belloy)6?
81789WakkenZiet het groeyd onbesproeyd???
91789LokerenVerheugd in DeugdTrazimus en Timagenus (P.U. Dubuisson /J.J. Anthenis)13Gent (De Fonteine)
91790DendermondeDistelierenConstantia de Saint-Denis (J.E. de Witte)7Gent (De Fonteine)
101790Sint-WinoksbergenRoyaertsAlzire (Voltaire)??
101796-97KortrijkKruisbroedersvrij?Gent (De Fonteine)
101797MiddelburgDe VeldelingenEduard de derde (P.J. Kasteleijn)11Veurne (Arm in de Beurze en van Zinnen jong)
111797WetterenNooit volleerdGabriëlle van Vergy (D. de Belloy)7Zottegem(De Kruys-broeders)
111797GentJong en Leerzuchtig???
111797TieltSnoeyt eer 't bloeytMérope (Voltaire)??
111798ZevenekenYveraers der TooneelkundeMahomet (Voltaire)10Gent (De Fonteine)
111798MaldegemGeeft elk dat hem toekomt???
111798Aalst?vrij10Gent (De Fonteine)
121799EvergemIver tot de Kunst???
121799LedebergMinnaers der Dicht- en TooneelkundeZarucma(E. Cordier de Saint Firmin)?Aalst (Association Dramatique)
121801EvergemGenootschap ter Bevoorderinge der Tooneelkunde???
121801GeraardsbergenDe Meerschblommevrij??
121802EekloEekels worden Boomenvrij??
121802GentDe Fonteine???
121803LierDe Jenettebloem----
131803SteenvoordeJong van ZinnenCinna(P. Corneille)14?
131804RoesbruggeDe TroostverwagtersMithridates (J. Racine)7?
131804Sint-WinoksbergenDe RoyaertsElfride (F.J. Bertuch)10Kortrijk
1805EvergemWy zyn al t'saem in VredeDe Corsikanen(A. von Kotzebue)?Sint-Niklaas (De Goudbloem)
131805KortrijkKunst- en Eendragt-MinnaarsPhiloctetes op het eiland Lemnos(La Harpe/A.L. Barbaz)7Gent (De Fonteine)
131806EvergemWy zyn al t'saem in Vrede???
141806Mariakerked'Oeffeninge kweekt???
141806Roeselare?Pedro de Vreede(D. de Belloy)5?
141807DrongenWaer men de reden leert, daer word de kunst vermeertvrij??
141807Leisele??2Veurne (Arm in de Beurs en van Zinnen jong)
141808TieltHet RoosjenAlzire (Voltaire)12Zottegem
141808AalstCatharinistenvrij6?Gent (De Fonteine)
141816Lokeren???Gent (De Fonteine)?
151817GentDe Fonteinevrij10Kortrijk (Kruis-broeders)
161818Oostende?vrij?Kortrijk (Kruis-broeders)
161819OudenaardeMaetschappy van Schoone Konstenvrij8Gent (De Fonteine)
161819PoperingeLanghoirs Victorinnenvrij??
161820HondschotePersetreders Fonteinistenvrij5Veurne (Arm in de Beurs en van Zinnen jong)
161820DendermondeKunstliefdevrij10Zottegem(De Zuigelingen van Polus)
171820GentDe Fonteinevrij4Zottegem
171820KortrijkKruisbroeders---
171821GentDe Fonteinevrij5Dender-monde
181822BrusselDe Goede Hoopvrij--
181822Sint-WillebrordusTracht naer Kunstvrij--
181825LokerenVreugd in Deugdvrij--
181828BrusselDe Wijngaardvrij4?Gent (De Vereenigde Kunstbroeders)

Het ledenboek

Het ledenboek van de Rederijkerskamer van St.Petrus de Thaboristen te Geraardsbergen (1634-1845)

Uit het privé archief van de rederijkerskamer wordt kortelings het Naemboeck gepubliceerd.

Deze uitgave bevat de integrale weergave van het “Boeck vande naemen vande guldebroeders der rethoryce caemer binnen der stede van Gheeraertsberghe opden A.B.C. gemaeckt ende vernieuwt ten jare sesthienhondert ses en tachentig ”

Hierin werden alle leden van de Rederijkerskamer opgetekend, met vermelding van de datum van toetreding, overlijden, leeftijd, beroep , verwantschap, functies en tal van andere bijzonderheden.
De oudste vermeldingen gaan terug tot 1634 en er werden nog namen genoteerd tot in 1845.
Het gaat over 1.500 personen over een periode van ruim 200 jaar.
In een inleidend hoofdstuk wordt getracht een antwoord te geven op de vraag wie de Thaboristen waren en wat hun rol was in de culturele ontplooiing en het beleid van de stad Geraardsbergen in het ancien regime en dit aan de hand van een kroniek die begint bij de stichtingsdatum van de kamer op 18 december 1476 en die loopt tot in het jaar 1853.

Vervolgens wordt uitgebreid uiteengezet op welke manier het Naemboeck werd benaderd om tot ontsluiting te komen

In een afzonderlijke bijdrage zoekt Jacques De Ro een antwoord op de vraag welke maatschappelijke groepen deel uitmaakten van de kamer in de periode tussen 1650 en 1850 en belicht hij enkele markante Geraardsbergse figuren die hij heeft teruggevonden in het ledenboek en die al eerder in andere publicaties zijn vermeld.

Technische fiche :
Formaat 21 x 29.7 cm , telt 166 pagina's en 34 afbeeldingen in kleur.

Een cd-rom met de volledige bijgewerkte digitale weergave van het Naamboeck van de Thaboristen (242 pagina's) is bijgevoegd.

Prijs : 18 € met thuisbezorging via bpost (na overschrijving op rekeningnummer 443-1680781-71 van Gerardimomtium )
- BIC BE BB - IBAN BE49 4431 6807 8171
Vermelding “Ledenboek Thaboristen”


De inname van Breda

INFO

Raad van bestuur

Op de komende algemene statutaire vergadering van het verbond tijdens het congres in Breda is er een gedeeltelijke herverkiezing van de Raad van Bestuur.
Statutair heeft elke Kamer de mogelijkheid de kandidatuur van een afgevaardigde voor te dragen.
Uittredende bestuursleden zijn ambtshalve herverkiesbaar tenzij zij hun mandaat zelf ter beschikking stellen. Naast de uitredende bestuursleden Emiel François en Nicole Gits zijn er nog 2 mandaten te begeven.
Elke kandidatuur moet gesteund worden door minstens 3 effectieve leden.
De kandidatuur moet overgemaakt worden aan de voorzitter van het Verbond uiterlijk één maand voor de algemene vergadering.

Ter info de desbetreffende artikels uit het huishoudelijk reglement :
Art 7. Om stemrecht te bezitten tijdens de algemene vergadering moet de aangeslotene voorkomen op de jongste neergelegde ledenlijst. Dit sluit in dat de jaarlijkse bijdrage dient betaald te zijn voor 31 maart van het betreffend dienstjaar.

Art.10. De Raad van Bestuur - Het aantal leden van de Raad van Bestuur wordt bepaald door deze Raad zelf,die dit aantal kan wijzigen bij elke gedeeltelijke vernieuwing van de Raad, mits het in art. 8 van de statuten vermelde minimum te eerbiedigen .
Elk effectief lid van de algemene vergadering heeft het recht kandidaten voor te dragen voor de raad van Bestuur. Nieuwe kandidaten moeten door minstens drie andere effectieve leden (Kamers of individuele ) voorgedragen worden. Deze voordracht dient te gebeuren via schrijven gericht aan de voorzitter. Ze moeten aldaar aankomen uiterlijk één maand voor de algemene jaarlijkse statutaire vergadering waarin een gedeeltelijke hernieuwing van die Raad plaats heeft.
Het zich kandidaat stellen houdt de morele verplichting in van actieve medewerking aan de doelstellingen van het Verbond.
Om verkozen te worden moeten de kandidaten de eenvoudige meerderheid behalen, zo niet dient er geballoteerd .